Gecategoriseerd | Dichtbundels, Ria Brekelmans van der Burg
Een zwarte droom
Geplaatst op 19 oktober 2015 door Ria Brekelmans van der Burg
Een zwarte droom 19 juli 2012
Een allesomvattende inktzwarte duisternis houd mij in een beklemmende greep.
Geen spoortje licht te zien aan de horizon.
Overal voel ik een wurgende angst.
Nergens zie ik iets van herkenning.
Plotseling zie ik uit het niets een weg opduiken.
Een paar huizen, een verzorgingshuis voor bejaarden en de spitse toren van de
Sint Jan de Doperkerk.
Angst maakt plaats voor opluchting.
Ik probeer naar de kerk te lopen maar mijn voeten wegen als beton zo zwaar.
Wat ik ook probeer, ik kom niet vooruit.
“Help mij dan toch,” roep ik.
Maar er komt geen geluid uit mijn keel.
De toren lost als een rookpluim op in de duisternis.
Ik zie geen hand voor ogen.
Mijn angstige vermoeden wordt werkelijkheid, ik ben verdwaald in mijn eigen woonplaats.
Wanhopig probeer ik mij te oriënteren.
“Waar ben ik, hoe kom ik thuis ?”
Geschrokken merk ik dat ik mijn schoudertas mis met mijn sleutels, portemonnee en mobieltje.
Tranen wellen op in mijn ogen en stromen langs mijn wangen.
Mijn hart bonst in mijn keel, ik krijg geen adem meer.
Ik laat me op de grond zakken en ik blijf als een opgerold hoopje ellende liggen, op de koude
harde straattegels.
“Lieve Heer, hoe kunt U mij dit aandoen, wat wilt U duidelijk maken ?”
De weg die ik bewandel zit vol obstakels en gaat beslist niet over rozen.
Dat heb ik wel gemerkt in mijn leven en ik heb er een aantal lelijke verwondingen aan
overgehouden.
“Sta op mijn lieve kind, je moet tijdens je leven zaaien en oogsten, maar ook onkruid wieden.”
Ik pak dankbaar de uitgestoken hand die mij aangereikt wordt en laat me overeind helpen.
Badend in het zweet schrik ik wakker en zit meteen rechtop in bed.
De rode cijfers van de digitale wekker op mijn nachtkastje wijzen 3.59 uur aan.
Ik hoor in de verte de kerkklok vier keer slaan.
Gelukkig, ik ben thuis.
Ria Brekelmans van der Burg
Uit: Burgerlijk