Marijke van Geest | Binnenland

Gecategoriseerd | Marijke van Geest

Binnenland

Geplaatst op 23 januari 2010 door Marijke van Geest

Het tij valt dood. Trillend hangt de lucht boven het strand. Ik houd mijn adem in. Alles staat stil. Roerloos spreidt de zee zich voor me uit. Wadend door het lauwe water loop ik zolang ik kan de horizon tegemoet. Het laatste stukje op mijn tenen. Het water staat me aan de lippen als de zee mij optilt. Drijvend op mijn rug laat ik me meevoeren. In totale overgave wil ik zingend zinken, maar ik spoel weer aan.

Mijn verlangen is zo sterk dat ik de zee begin te mijden. Op mijn tochten landinwaarts kan ik niet om de Etna heen. Een rook uitbrakend orakel dat het landschap domineert. Haar contouren houden een belofte in. De tocht naar boven beneemt me de adem en mijn neus vangt niets dan bedwelmende geuren. Weelderige planten klampen zich aan de hellingen vast. Leven geboren uit vuur. Het stof dwarrelt omhoog bij elke stap die ik zet. Het verzamelt zich in banen zonlicht, die geordend hun weg zoeken door het struikgewas. Tussen de bomen hangt de verstilling die in mijn binnenland ontbreekt. Een geschrokken vogel vlucht voor de trommels in mijn hoofd. Zijn roep echoot na.

Boven de boomgrens is het landschap desolaat. Er is niets om op terug te vallen. Vuil geworden sneeuw contrasteert merkwaardig met de zwarte lavakorst, die zich als een fallus uit de onderwereld opricht in een eeuwigdurende erectie. Gestold water. Gestold vuur. Ik loop behoedzaam langs de kraterrand. Flarden mist grijpen zich als koele, onzichtbare vingers vast aan mijn huid. Afbrokkelend gesteente verdwijnt in de diepte. Net op tijd grijp ik een uitgestoken hand. Ik kijk in blauwe ogen onder gefronste wenkbrauwen.

In de luwte van een rotsblok deel ik de inhoud van mijn rugzak met hem en verbazen wij ons over nietige plantjes. Overleven in overtreffende trap. De stilte tussen ons is aangenaam. Een vanzelfsprekende rust. Bedachtzaamheid in elke oogopslag. Na een paar uur nemen wij afscheid bij de stoeltjeslift. Hij stelt geen vragen, maar raakt in plaats daarvan mijn voorhoofd aan en kust mijn vingertoppen. Als ik hem uitzwaai wijst niets erop dat wij toevallige passanten zijn.

Ik neem dezelfde weg terug. Sicilië toont me haar kleurige lappendeken. Het groen van de wijngaarden harmonieert met de gele korenvelden. Uitgestrooid in het landschap liggen rode pannendaken, ondersteund door oude muren. In de verte rust de zee uit in een wazig violet. De hemelkoepel houdt de aarde in haar blauwe greep gevangen. Daarachter heerst pure duisternis.

In het dorp aan de voet van de helling houden slingerplanten de hoge, smalle huizen bij elkaar. Achter verveloze luiken klinken kinderstemmen. Ik kom op adem op een terrasje aan een dromerig plein, waar oude mannen op een bank hun tijd uitzitten. Slagschaduwen onttrekken een deel van de omgeving aan mijn blikveld. Een vrouwenstem roept om Francesco. Tussen de muren kaatst haar nasale stemgeluid heen en weer. Een straathond nestelt zijn magere lijf tussen mijn benen. Als hij zich tegen me aan schurkt, blijven er plukjes haar achter op mijn sokken. Hij eet brood uit mijn hand en valt in slaap met zijn kop op mijn schoenen. Aan de overkant zie ik opnieuw die blauwe ogen onder gefronste wenkbrauwen. Speelt er een glimlach rond zijn mond? Vermoeid leun ik naar achteren, het hoofd in de nek. Hij wandelt verder en verdwijnt in de schaduw van een steegje.

In mijn huisje bij de zee kook ik ‘s avonds pasta. Ik maak er een salade bij, met inktvis en garnalen. Op het terras beginnen de geluiden van de nacht aan hun ouverture. Krekels, cicaden en vlindervleugels achter glas. De angst vliegt me naar de strot. Leegte in mijn binnenland. Ik sluit de luiken. In de badkamer maakt een kakkerlak zich uit de voeten zodra ik het licht aandoe. Er wordt geklopt; mijn hart klopt terug.

Het vliegtuig vertrekt op tijd. Gehaast stop ik de laatste spullen in mijn koffer. In mijn binnenland overheerst een nog onbegrepen trillen. Op het moment van inchecken legt hij zijn handen rond mijn middel. Verwonderd kijk ik in blauwe ogen onder gefronste wenkbrauwen. Ik zal veilig thuis komen.

 

© Marijke van Geest

Over

Marijke is geboren als laatste kind in een Westlands gezin met acht kinderen. Zij woonde een deel van haar jeugd in Limburg en Duitsland, waar zij tweetalig opgroeide. Zij is getrouwd en werkzaam als vrijgevestigd eigenaar / therapeut en trainer in haar praktijk voor psychologische zorg en training Geestkracht in ‘s-Gravenzande. Marijke schrijft poëzie sinds haar vijftiende jaar. Haar inspiratie vindt zij in de natuur en in de menselijke levensweg. Haar gedichten komen tot stand door vrije associatie op een enkel woord of beeld. Het schrijven van poëzie is haar manier om haar binnenwereld te vertalen.

1 Reacties voor dit bericht

  1. Elly Says:

    Prachtig, tikje geheimzinnig verhaal. Mooie beschrijving van de omgeving, als lezer kijk ik mee!

Laat een reactie achter





Onze Sponsoren-Partners

OPMERKING:

Alle Proza en Poezië op deze site is auteursrechtelijk beschermd, en mag alleen met schriftelijke toestemming van de auteur elders gepubliceerd worden.

LIKE ONS OP FACEBOOK:

Laatst toegevoegde uitgave

  • Beste mensen, Hierbij de link naar de livestream van de presentatie van de erotische dichtbundel Vertalersweelde in het kielzog van (en als ode aan) de …Bekijk alle details
  • Het vermoeden van oorlog

    Het vermoeden van oorlog

    De bundel Het vermoeden van oorlog draagt de naam van het titelgedicht, waarmee Alleblas in 2020 de landelijke Plantage Poëzieprijs won. Het is  een reflectie …Bekijk alle details

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes , meld u hier aan dan ontvangt u
onze nieuwsbrief.
* = verplicht veld